Psalm 49
Kees Waaijman leidt de psalm in.
1 Voor de verduurder.
0 Voor de Korachzonen.
0 Deun.
2 Hoor dit, alle volken,
0 heb oor, alle gezetenen ter wereld,
3 aardelingzonen en ook mannenzonen,
0 rijk en behoeftig bijeen.
4 Mijn mond spreekt kundigheden
0 en de murmering van mijn hart bemerkingen.
5 Ik neig naar een gelijkenis mijn oor,
0 open bij de lier mijn pakking.
6 Waarom schroom ik in kwade dagen,
0 de verwringing van mijn hiel en omringt mij,
7 wie zich veiligen bij hun vermogen
0 en zich in hun vele rijkdom vieren?
8 Een broer, niet koopt met koop hem een man,
0 niet geeft hij de Machtige zijn zoen
9 en kostbaar is de koop van hun ziel
0 en hij staakt eeuwig.
10 En blijft hij durend leven,
0 niet ziet hij de zijg?
11 Ja, hij ziet, kundigen zullen dood,
0 vadsige en beest sneven bijeen
0 en hun vermogen laten zij achter.
12 Hun binnenste hun huizen eeuwig,
0 hun woningen geslacht op geslacht,
0 ze roepen hun naam over de aarde,
13 en een aardeling in zijn kostbaarheid vernacht niet,
0 hij gelijkt de dieren, ze verstillen.
14 Dit is de weg van hun vadsigheid
0 en van wie achter hen gelieven hun mond: plavei
15 als een kudde brengt men ze in de woestenij,
0 de dood weidt hen
0 en men betreedt ze rechtop in de morgen
0 en hun vorm verslijt in de woestenij buiten haar hoeve.
16 Enkel de Machtige koopt mijn ziel
0 uit de hand van de woestenij, ja, Hij neemt mij. Plavei.
17 Schroom niet, ja, een man verrijkt zich,
0 ja, veel is de wichtigheid in zijn huis,
18 ja, hij neemt dit alles niet mee in zijn dood,
0 niet daalt zijn wichtigheid achter hem,
19 ja, men zegent zijn ziel in zijn leven,
0 en erkent men jou, ja, jij voor jou doet het goed,
20 jij komt bij het geslacht van zijn vaderen,
0 niet durend zien zij het licht.
21 Een aardeling in zijn kostbaarheid en niet bemerkt hij,
0 hij gelijkt de dieren, ze verstillen.